De belasting op de verspreiding van niet-geadresseerd drukwerk met handelskarakter, aanslagjaar 2025 bedraagt:
De belasting is verschuldigd per bedeeld exemplaar. Behoudens andersluidende en afdoende verantwoorde aangifte wordt de verspreiding geacht te zijn gebeurd op basis van een forfaitair aantal van 4.090 exemplaren.
De aan te rekenen bedragen worden naar boven afgerond op de eerstvolgende eurocent.
Het aan te rekenen bedrag bedraagt in elk geval minstens 40 euro per bedeling.
De beslissing van de gemeenteraad van 21 december 2023 – belasting op de verspreiding van niet-geadresseerd drukwerk met handelskarakter – aanslagjaar 2024.
Omwille van de continuïteit dient een nieuw reglement te worden goedgekeurd nu het bestaande reglement dat werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 21 december 2023 afloopt op 31 december 2024.
In Huldenberg wordt een enorme massa aan niet-geadresseerde drukwerken met handelskarakter verspreid. In overleg met de milieuambtenaar werd voorgesteld om alle middelen aan te wenden om de massa aan papier en afvalstoffen zoveel mogelijk af te remmen.
De ophaling en verwerking van papier en afvalstoffen en de uitbating van het recyclagepark bedraagt een aanzienlijke kost voor de gemeente. Sinds de invoering van een belasting op niet-geadresseerde drukwerken met handelskarakter is de hoeveelheid aan reclamedrukwerk en gelijkgestelde producten afgenomen.
De gemeente betaalt een hoge kost voor papierophaling en -verwerking waarbij het gedeelte reclame een groot aandeel heeft. Het is dan ook aangewezen om het principe "de vervuiler betaalt" toe te passen. Daarom worden de tarieven vastgesteld per exemplaar en gedifferentieerd naargelang het gewicht.
Ter ondersteuning aan de Huldenbergse verenigingen wordt een vrijstelling verleend aan deze groep.
Er zijn momenteel 4.090 brievenbussen op het grondgebied van de gemeente Huldenberg.
De financiële toestand van de gemeente rechtvaardigt het heffen van deze belasting waarbij een evenwichtige verdeling van de belastingdruk wordt nagestreefd.
De belastingen zijn opgenomen in het meerjarenplan om aan de voorwaarden tot het bereiken van het financieel evenwicht te voldoen.
Artikel 1:
Met ingang van 1 januari 2025 en eindigend op 31 december 2025 wordt een belasting geheven op de verspreiding van niet-geadresseerd drukwerk met handelskarakter en gelijkgestelde producten.
Artikel 2:
Voor de toepassing van dit reglement hebben de volgende termen betekenis zoals bepaald in dat artikel:
Artikel 3:
De belasting is verschuldigd door de uitgever. De drukker en de verdeler zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belasting.
Artikel 4:
De tarieven bedragen:
De belasting is verschuldigd per bedeeld exemplaar. Behoudens andersluidende en afdoende verantwoorde aangifte wordt de verspreiding geacht te zijn gebeurd op basis van een forfaitair aantal van 4.090 exemplaren.
De aan te rekenen bedragen worden naar boven afgerond op de eerstvolgende eurocent.
Het aan te rekenen bedrag bedraagt in elk geval minstens 40 euro per bedeling.
Artikel 5:
Van de belasting zijn vrijgesteld :
Artikel 6:
De belastingplichtige wordt belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep.
Artikel 7:
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen.
De belastingplichtige moet binnen de veertien dagen na de verspreiding aangifte doen bij het gemeentebestuur op een door de gemeente voorgeschreven aangifteformulier. Deze aangifte bevat alle noodzakelijke inlichtingen voor het vestigen van de aanslag en een specimen van het verspreide drukwerk of het gelijkgesteld product.
Als aangiftedatum geldt de postdatum, de datum vermeld op het ontvangstbewijs of de datum van elektronische verzending.
Een belastingplichtige die niet spontaan een aangifteformulier gekregen heeft, kan dit op eenvoudig verzoek bekomen.
Artikel 8:
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de toezending van het aanslagbiljet.
Artikel 9:
De belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger kan een bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen, dat handelt als administratieve overheid.
De bezwaren moeten schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn.
Een bezwaarschrift moet ingediend worden op straffe van verval binnen de drie maanden vanaf de datum waarop de belastingplichtige het aanslagbiljet ontvangen heeft. Het aanslagbiljet wordt geacht ontvangen te zijn op de derde werkdag die volgt op de datum van de verzending van het aanslagbiljet. Als het aanslagbiljet verzonden werd via elektronische weg, geldt de datum van de elektronische verzending als datum van zijn verzending. Als het bestuur en de belastingplichtige hetzelfde informatiesysteem gebruiken om berichten elektronisch uit te wisselen, wordt het aanslagbiljet geacht ontvangen te zijn op het tijdstip waarop het aanslagbiljet toegankelijk wordt voor de belastingplichtige.
Het lokaal bestuur biedt, met toepassing van het Bestuursdecreet van 7 december 2018, de mogelijkheid aan om bezwaarschriften via elektronische weg in te dienen. De indiening van het bezwaarschrift via elektronische weg geldt als uitdrukkelijke instemming van de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger om berichten binnen de bezwaarprocedure via elektronische weg uit te wisselen. Als het bezwaarschrift verzonden wordt via elektronische weg, geldt de datum van de elektronische verzending als datum van indiening van het bezwaar.
Het college van burgemeester en schepenen of een personeelslid dat speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de bevoegde financiële ambtenaar. De ontvangstmelding kan via een duurzame drager worden gestuurd.
Artikel 10:Dit reglement wordt overeenkomstig artikel 330 van het decreet lokaal bestuur aan de toezichthoudende overheid toegezonden.
Artikel 11:
Dit reglement wordt afgekondigd en bekend gemaakt overeenkomstig artikel 286, §1, 1° en artikel 287 van het decreet lokaal bestuur en treedt in werking op 1 januari 2025.